Saturday, 24 February 2007
Marriott
Mumbai dag 13 (30 januari): “Tjoerie”
Vandaag is een officiële vrije dag in India. Het is een Islamitisch feestdag. De meeste scholen en kantoren zijn dicht. De meeste winkels, behalve de Islamitische, zijn open. Maarten en Max waren vrij en ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om samen met Max op stap te gaan. Het begon gewoon te kriebelen. We zaten al bijna twee weken in Mumbai en ik had nog niet het gevoel dat ik echt in India was. Ik bewoog me tussen hotel en school in luxe gekoelde auto’s en was nog nauwelijks de straat op geweest! We besloten een taxi te nemen naar de shopping Mall “Inorbit”, ongeveer een halfuurtje ten noorden van het hotel. Dit soort shopping centra zijn een geheel nieuw fenomeen in Bombay. De meeste mensen doen hun boodschappen bij klein buurttoko’s, soort winkeltjes van Sinkel, waar je alles kan kopen. De meeste heten iets met “general store”, maar aan de buitenkant wordt je niet duidelijk wat ze verkopen (aan de binnenkant overigens ook niet). Wij waren in ieder geval op weg naar Inorbit en besloten deze keer geen autoriksja, maar een taxi te nemen. Was trouwens een stuk duurder. Een autoriksja had ons 50 roepees gekost en deze chauffeur vroeg 200 roepees (iets minder dan 5 euro) voor de rit. We zaten wel iets comfortabeler en het praatje zat bij de prijs inbegrepen.
Deze meneer was erg gecharmeerd van Max en probeerde – tevergeefs – een gesprekje met hem aan te gaan. Hij vroeg hoeveel kinderen ik had. Hij had ook twee; een jongen en een meisje. Twee is voor een goede hindoe meer dan genoeg, vond hij. Je moet ze kleden, eten geven en naar school sturen. Dan kan je eigenlijk met goed fatsoen niet meer kinderen krijgen. Hoogstens drie, maar dat was het dan echt. Maar dan de Muslims, die bleven maar kinderen krijgen. Man neemt eerste vrouw en krijgt daar 2, 3 kinderen mee. Als de vrouw een beetje ouder wordt neem de man een tweede vrouw. Weer twee, drie kinderen. Soms neemt de man een derde vrouw! Een man heeft soms wel 11 kinderen!
Er valt een pauze. Ik weet niet zo goed wat ik hierop moet zeggen dus herhaal ik zijn laatste zin (geleerd bij het vak PMV op de vakschool). “Eleven children?” De chauffeur trekt aan zijn linkeroorlel, schudt met zijn hoofd, en snuift verontwaardigd. Ik heb even geen aanknopingspunten. Ik begrijp de non-verbale signalen niet helemaal, maar het lijkt erop dat hij een soort tjoerie maakt. (Voor tjoerie-virgins: een tjoerie of tjoep is een langerekt geluid dat je maakt met je mond door lucht door je tanden en lippen naar binnen te zuigen. Te zien bij Suri’s en Antillianen. Gaat vaak gepaard met arm(en) in de zij. Populair onder dames. Wordt gebruik om een reeds gemaakt punt te begeleiden)
De chauffeur is nu helemaal op dreef: Denk maar niet dat ze die kinderen opvoeden. De kinderen hangen de hele dag maar op straat en gaan niet naar school. Het is een schande. Kinderen horen naar school te gaan. Kinderen horen toch naar school te gaan?
Mijn beurt: “childeren should go to school”. En daar gaat hij weer. Hij trekt aan zijn linkeroorlel, schudt met zijn hoofd en snuift. Nu weet ik het zeker; het is een tjoerie! Inmiddels zijn we bij onze bestemming aangekomen. We bedanken de man en stappen uit. Max merkt nog op: Mama, die meneer deed wel gek met zijn oor hè? Even nog geen PMV voor Max.
Deze meneer was erg gecharmeerd van Max en probeerde – tevergeefs – een gesprekje met hem aan te gaan. Hij vroeg hoeveel kinderen ik had. Hij had ook twee; een jongen en een meisje. Twee is voor een goede hindoe meer dan genoeg, vond hij. Je moet ze kleden, eten geven en naar school sturen. Dan kan je eigenlijk met goed fatsoen niet meer kinderen krijgen. Hoogstens drie, maar dat was het dan echt. Maar dan de Muslims, die bleven maar kinderen krijgen. Man neemt eerste vrouw en krijgt daar 2, 3 kinderen mee. Als de vrouw een beetje ouder wordt neem de man een tweede vrouw. Weer twee, drie kinderen. Soms neemt de man een derde vrouw! Een man heeft soms wel 11 kinderen!
Er valt een pauze. Ik weet niet zo goed wat ik hierop moet zeggen dus herhaal ik zijn laatste zin (geleerd bij het vak PMV op de vakschool). “Eleven children?” De chauffeur trekt aan zijn linkeroorlel, schudt met zijn hoofd, en snuift verontwaardigd. Ik heb even geen aanknopingspunten. Ik begrijp de non-verbale signalen niet helemaal, maar het lijkt erop dat hij een soort tjoerie maakt. (Voor tjoerie-virgins: een tjoerie of tjoep is een langerekt geluid dat je maakt met je mond door lucht door je tanden en lippen naar binnen te zuigen. Te zien bij Suri’s en Antillianen. Gaat vaak gepaard met arm(en) in de zij. Populair onder dames. Wordt gebruik om een reeds gemaakt punt te begeleiden)
De chauffeur is nu helemaal op dreef: Denk maar niet dat ze die kinderen opvoeden. De kinderen hangen de hele dag maar op straat en gaan niet naar school. Het is een schande. Kinderen horen naar school te gaan. Kinderen horen toch naar school te gaan?
Mijn beurt: “childeren should go to school”. En daar gaat hij weer. Hij trekt aan zijn linkeroorlel, schudt met zijn hoofd en snuift. Nu weet ik het zeker; het is een tjoerie! Inmiddels zijn we bij onze bestemming aangekomen. We bedanken de man en stappen uit. Max merkt nog op: Mama, die meneer deed wel gek met zijn oor hè? Even nog geen PMV voor Max.
Thursday, 22 February 2007
Mumbai (nog steeds) dag 12: the FRO part one, level two -
Het was druk op de weg en het was maar de vraag of ik op tijd bij Max zou. Ik had anderhalf uur de tijd, maar dat zou wel eens niet genoeg kunnen zijn om van Zuid-Mumbai naar Noord-Mumbai te reizen. Op een gegeven moment belde ik Hana, de moeder van het nieuwe vriendinnetje Jordan van Max. Zij zou wel even bij Max blijven totdat ik er was. Dit was geen probleem. Uiteindelijk was ik maar 2 minuten te laat.
Met Maarten ging het een stuk minder goed. Die heeft uren zitten wachten. Toen hij uiteindelijk op audiëntie mocht bleken we toch foto’s van de jongens nodig te hebben (stond echt nergens!!!). Of we die toch nog eerst even willen regelen. De dame in kwestie moet de wanhoop op Maarten’s gezicht gezien hebben, want hij kreeg de gelegenheid om twee dagen later terug te komen met de foto’s. Voor hem zou dan een verkorte aanvraagprocedure gelden. Het duurde nu echt niet lang meer, werd hem verzekerd. Ik denk dat ze bang was dat onze files in hun administratie zouden kwijtraken, want Maarten kwam thuis met onze beide files en onze boekjes. Ik moest hier en daar nog wat handtekeningen plaatsen en we hadden de tijd om foto’s te maken van de jongens. Wordt vervolgd……………
Met Maarten ging het een stuk minder goed. Die heeft uren zitten wachten. Toen hij uiteindelijk op audiëntie mocht bleken we toch foto’s van de jongens nodig te hebben (stond echt nergens!!!). Of we die toch nog eerst even willen regelen. De dame in kwestie moet de wanhoop op Maarten’s gezicht gezien hebben, want hij kreeg de gelegenheid om twee dagen later terug te komen met de foto’s. Voor hem zou dan een verkorte aanvraagprocedure gelden. Het duurde nu echt niet lang meer, werd hem verzekerd. Ik denk dat ze bang was dat onze files in hun administratie zouden kwijtraken, want Maarten kwam thuis met onze beide files en onze boekjes. Ik moest hier en daar nog wat handtekeningen plaatsen en we hadden de tijd om foto’s te maken van de jongens. Wordt vervolgd……………
Wednesday, 21 February 2007
Mumbai dag 12 (29 januari): the Foreign registration office, part one, level one -
We hadden de verhalen al gehoord, maar in onze naïviteit dachten we: “hoe erg kan het nou zijn? Het kan toch niet veel erger zijn dan de Indiase ambassade in Den Haag?” We waren niet goed voorbereid. Van de buitenlander die zich in Mumbai wil vestigen wordt verwacht dat hij zich binnen twee weken registreert bij de – je raadt het al – the foreign registration office (FRO). Kinderen jonger dan 16 jaar hoeven zich niet te registreren.
De eerste horde is het vinden van de FRO. Van een college van Maarten (die daar al in geslaagd was) hadden we het adres gekregen en een plattegrond waarop hij met een kruisje de locatie van het kantoor had aangegeven. Ook gaf hij ons het adres van de website waarop we precies konden nagaan welke documenten we bij ons moesten hebben. We waren voorbereid met paspoorten, en kopieën daarvan, Visa, en kopieën daarvan, brieven van de Fortis (ja, hij werkt voor ons), en kopieën daarvan en nog meer brieven van Fortis (ja, hij woont in het Marriott hotel) en kopieën daarvan. We moesten ook 5 pasfoto’s elk overleggen, maar die zouden we wel later maken. We hadden namelijk al gehoord dat de procedure vereist dat je ter plaatse een formulier invult, daar zelf 5 kopieën van maakt (kon niet daar, moet je voor naar een Xerox-wala een paar straten verderop), en vervolgens terugkomt om de procedure verder af te maken. Als we toch moeten kopiëren, dachten we, kunnen we gelijk foto’s maken. In die buurt was het zo geregeld (bij een foto-wala).
Nogmaals. Op de foto’s na dachten we goed voorbereid te zijn.
Dus. Na veel zoeken en een paar keer vragen vonden we het kantoor. We meldden ons bij de receptie van het gebouw waar we onze namen in een boek moesten schrijven om aan te geven dat we het gebouw wilden bezoeken. We werden door een wat norsige dame naar de derde verdieping gestuurd. Daar was er weer een receptie. Ook bij deze receptie meldden we ons en we schreven onze namen in een boek (om aan te geven dat we graag deze afdeling bezochten?). De kunst is om bij de receptie te blijven staan want de dame links controleert je paperassen op volledigheid en dan mag je door de bruine deur naar de volgende level. Deze dame ontdekte al snel dat we van de brieven van Fortis (ja, hij werkt voor ons) onvoldoende kopieën hadden. Of we die toch eerst even wilden gaan maken. Zonder deze kopieën mochten we niet door naar de volgende level. Wij baalden verschrikkelijk omdat we dachten dat we straks nog een keer weg moesten om het aanvraagformulier te kopiëren. This is India, dus er zat niets anders op…..
Drie kwartier later meldden we ons weer bij de dame links (gewapend met kopieen en pasfoto’s) en we mochten vrijwel direct doorlopen naar de volgende wachtkamer. We kwamen er al snel achter dat mensen hier al uren zaten. Sommigen hadden hele maaltijden bij zich.
Het duurde even voordat we doorhadden hoe dit deel de procedure verder gaat. Ze delen namelijk geen foldertjes uit in verschillende talen om de klant te informeren. Bovendien is niet iedereen bevoegd om jou te informeren. Links in de hoek stonden drie computers op een rij. Het is de bedoeling dat je op de computer een aanvraagformulier invult. Daar ben je even mee bezig omdat ze letterlijk alles van je willen weten. Het is opletten geblazen omdat iedereen staat te dringen om een beurt op de computers. Echt relaxte privacy heb je niet. Als je klaar bent maak je een print van je persoonlijke gegevens. Als je dat hebt gedaan moet je naar de caissière – die ernaast zit - om een file (een grote kartonnen map) en een boekje (een soort klein paspoortje) te kopen voor 40 roepees (71 eurocent). Dan ga je in de wachtkamer op je beurt zitten wachten. Ondertussen heb je alle tijd om je uitdraai – en alle andere documenten - in je persoonlijke file te bewaren en om in je kleine paspoortje alle gegevens, die je al eerder in de computer hebt ingevuld, in je kleine boekje te schrijven.
Al die tijd hadden we Maurits bij ons. Max was op school en moest om 14.30 worden opgehaald en de tijd begon nu echt wel te dringen. Ik kon natuurlijk wel weggaan, maar dan zou ik voor mezelf weer terug moeten komen (en opnieuw moeten beginnen) omdat je je persoonlijk hoort te registreren.
Tegen alle regels in ging ik toch terug naar de receptie. Daar legde ik mijn situatie voor aan de mevrouw “links”. Ze hoorde me serieus aan en gaf me – terwijl ze the Maup een brede glimlach schonk – toestemming om vast te gaan. De enige voorwaarde was dat ik mijn eerst even zou afmelden bij een dame in de laatste kamer. Ik heb haar niet de kans gegeven zich te bedenken. Ik meldde me netjes af en liet Maarten achter met een flinke stapel papieren en een zich gestaag ontwikkelende hoofdpijn.
De eerste horde is het vinden van de FRO. Van een college van Maarten (die daar al in geslaagd was) hadden we het adres gekregen en een plattegrond waarop hij met een kruisje de locatie van het kantoor had aangegeven. Ook gaf hij ons het adres van de website waarop we precies konden nagaan welke documenten we bij ons moesten hebben. We waren voorbereid met paspoorten, en kopieën daarvan, Visa, en kopieën daarvan, brieven van de Fortis (ja, hij werkt voor ons), en kopieën daarvan en nog meer brieven van Fortis (ja, hij woont in het Marriott hotel) en kopieën daarvan. We moesten ook 5 pasfoto’s elk overleggen, maar die zouden we wel later maken. We hadden namelijk al gehoord dat de procedure vereist dat je ter plaatse een formulier invult, daar zelf 5 kopieën van maakt (kon niet daar, moet je voor naar een Xerox-wala een paar straten verderop), en vervolgens terugkomt om de procedure verder af te maken. Als we toch moeten kopiëren, dachten we, kunnen we gelijk foto’s maken. In die buurt was het zo geregeld (bij een foto-wala).
Nogmaals. Op de foto’s na dachten we goed voorbereid te zijn.
Dus. Na veel zoeken en een paar keer vragen vonden we het kantoor. We meldden ons bij de receptie van het gebouw waar we onze namen in een boek moesten schrijven om aan te geven dat we het gebouw wilden bezoeken. We werden door een wat norsige dame naar de derde verdieping gestuurd. Daar was er weer een receptie. Ook bij deze receptie meldden we ons en we schreven onze namen in een boek (om aan te geven dat we graag deze afdeling bezochten?). De kunst is om bij de receptie te blijven staan want de dame links controleert je paperassen op volledigheid en dan mag je door de bruine deur naar de volgende level. Deze dame ontdekte al snel dat we van de brieven van Fortis (ja, hij werkt voor ons) onvoldoende kopieën hadden. Of we die toch eerst even wilden gaan maken. Zonder deze kopieën mochten we niet door naar de volgende level. Wij baalden verschrikkelijk omdat we dachten dat we straks nog een keer weg moesten om het aanvraagformulier te kopiëren. This is India, dus er zat niets anders op…..
Drie kwartier later meldden we ons weer bij de dame links (gewapend met kopieen en pasfoto’s) en we mochten vrijwel direct doorlopen naar de volgende wachtkamer. We kwamen er al snel achter dat mensen hier al uren zaten. Sommigen hadden hele maaltijden bij zich.
Het duurde even voordat we doorhadden hoe dit deel de procedure verder gaat. Ze delen namelijk geen foldertjes uit in verschillende talen om de klant te informeren. Bovendien is niet iedereen bevoegd om jou te informeren. Links in de hoek stonden drie computers op een rij. Het is de bedoeling dat je op de computer een aanvraagformulier invult. Daar ben je even mee bezig omdat ze letterlijk alles van je willen weten. Het is opletten geblazen omdat iedereen staat te dringen om een beurt op de computers. Echt relaxte privacy heb je niet. Als je klaar bent maak je een print van je persoonlijke gegevens. Als je dat hebt gedaan moet je naar de caissière – die ernaast zit - om een file (een grote kartonnen map) en een boekje (een soort klein paspoortje) te kopen voor 40 roepees (71 eurocent). Dan ga je in de wachtkamer op je beurt zitten wachten. Ondertussen heb je alle tijd om je uitdraai – en alle andere documenten - in je persoonlijke file te bewaren en om in je kleine paspoortje alle gegevens, die je al eerder in de computer hebt ingevuld, in je kleine boekje te schrijven.
Al die tijd hadden we Maurits bij ons. Max was op school en moest om 14.30 worden opgehaald en de tijd begon nu echt wel te dringen. Ik kon natuurlijk wel weggaan, maar dan zou ik voor mezelf weer terug moeten komen (en opnieuw moeten beginnen) omdat je je persoonlijk hoort te registreren.
Tegen alle regels in ging ik toch terug naar de receptie. Daar legde ik mijn situatie voor aan de mevrouw “links”. Ze hoorde me serieus aan en gaf me – terwijl ze the Maup een brede glimlach schonk – toestemming om vast te gaan. De enige voorwaarde was dat ik mijn eerst even zou afmelden bij een dame in de laatste kamer. Ik heb haar niet de kans gegeven zich te bedenken. Ik meldde me netjes af en liet Maarten achter met een flinke stapel papieren en een zich gestaag ontwikkelende hoofdpijn.
Monday, 19 February 2007
De fruithandelaren
Afgelopen zaterdag ben ik even de straat op gegaan met mijn camera, om de lezers een indruk te geven van de sfeer van de wijk. Het is een wijk waar veel kantoren zitten en daarom ook veel handelaren en (zeer) kleine middenstand. Ik heb een collega (Nishit) meegenomen, omdat ik me nog wat ongemakkelijk voelde, maar niemand scheen er echt mee te zitten als ik ze fotografeerde. De man van de belwinkel, riep zelfs zijn dochter naar buiten, om even leuk met de hele familie op de foto te kunnen. De man achter de naaimachine begon spontaan zegeningen over mij uit te spreken, zo bijzonder vond hij het dat ik hem op de foto wilde nemen. Het waren 20 leuke minuten op straat. Ik ga het nog een keer doen, er is heel veel te zien en ik ben nog niet helemaal tevreden over de foto's. Jullie zien natuurlijk alleen de leukste.
Het dorp
Deze mensen wonen buiten de muur van het complex waar ik werk. De ingang van het complex zie je net niet op deze foto, maar dit is het beeld dat ik zie, elke ochtend als ik met mijn auto met chauffeur het terrein op rijd. Het contrast is groot. In mijn kalfsleren tas zit mijn blackberrie en de mobiele telefoon. Ik draag een mooi Italiaanse pak en van de waarde van mijn schoenen alleen kan de hele straat een hele maand ruim leven. Dat is waar ik ' s ochtends aan denk bij het zien van dit beeld.
Mijn nieuwe Belgische collega Filip raadde mij afgelopen week aan, toen ik hem vertelde dat ik hier foto's wilde gaan nemen, om dat snel te doen. Nu zie je dingen die je misschien over een jaar niet meer ziet, zei hij. Ik begrijp wat hij bedoelt, maar hoe kan je dit niet meer zien?
Hier wonen honderden mensen. Het is niet heel fraai om te zien, het stinkt er, want toiletten zijn er niet en je weet van schaamte niet waar je moet kijken als je er langs loopt. Overigens laten deze mensen je gewoon met rust als je langsloopt, dus mijn ongemakkelijke gevoel komt door mezelf. Mijn andere collega Mike noemt het niet zonder ironie " het dorp".
Er wordt hier gewoond. Er wordt gekookt, kinderen spelen en maken ruzie en rennen half aangekleed tussen het voorbijrazend verkeer door, ouderen slapen op zelfgemaakte bedden op de stoep, men wast zich op straat. Laatst was hier zelfs een trouwerij gaande en iedereen keek zo blij. Het hoort bij het straatbeeld, want dit zie je in alle wijken van de stad. Miljoenen mensen leven zo.
Mijn nieuwe Belgische collega Filip raadde mij afgelopen week aan, toen ik hem vertelde dat ik hier foto's wilde gaan nemen, om dat snel te doen. Nu zie je dingen die je misschien over een jaar niet meer ziet, zei hij. Ik begrijp wat hij bedoelt, maar hoe kan je dit niet meer zien?
Hier wonen honderden mensen. Het is niet heel fraai om te zien, het stinkt er, want toiletten zijn er niet en je weet van schaamte niet waar je moet kijken als je er langs loopt. Overigens laten deze mensen je gewoon met rust als je langsloopt, dus mijn ongemakkelijke gevoel komt door mezelf. Mijn andere collega Mike noemt het niet zonder ironie " het dorp".
Er wordt hier gewoond. Er wordt gekookt, kinderen spelen en maken ruzie en rennen half aangekleed tussen het voorbijrazend verkeer door, ouderen slapen op zelfgemaakte bedden op de stoep, men wast zich op straat. Laatst was hier zelfs een trouwerij gaande en iedereen keek zo blij. Het hoort bij het straatbeeld, want dit zie je in alle wijken van de stad. Miljoenen mensen leven zo.
De dochter van de belwinkel
Deze foto is leuk. Dit is een belwinkel, zoals we die in de grote steden in Nederland ook zien. Het grappige is dat de telefoons hier buiten staan, dus overal door de stad zie je mensen op straat bellen. Deze man riep zijn dochter naar buiten, toen hij mij zag staan met mijn camera. De hele familie is er echt even voor gaan zitten. De dochter kwam naar buiten, overzag binnen een seconde de situatie, zag in een oogwenk kans om een spontane pose in te nemen.
Het ateliertje
De kappers
De kapper
Het chai cafe
Tuesday, 13 February 2007
Mumbai dag 11: Breach Candy Club
Voor de frisse buitenlucht schijn je hier lid te moeten worden van een club. Ik vertelde al eerder over de Marriott club, zo zijn er verschillende clubs, verspreid over de stad. In het zuiden van de stad is er de Breach Candy club dat over een - voor Bombayse begrippen belachelijk - groot terrein midden in de stad beschikt. Je kan er niet zomaar lid van worden, je moet worden gesponserd door een ander lid. Vervolgens moeten er nog vier of vijf andere leden meetekenen dat je inderdaad wel erg leuk bent. Daarna volgt een gesprek met het bestuur en als je nog steeds niet door de mand valt, mag je –tegen betaling van een redelijke vergoeding - lid worden. Het is er leuk. Van origine een Europese club, maar inmiddels mogen ook gewone mensen lid worden. Vandaag zijn we door Pauline uitgenodigd, een Nederlandse dame die we enkele maanden geleden via via hebben leren kennen. Zij heeft in december haar vierde kind gebaard (haar derde dochter) en zoals de engelsen zeggen: ”Bombay seems to agree with her”. Ze heeft het hier erg naar haar zin.
De club is ruim opgezet en beschikt over verschillende zwembaden, waaronder een kinderbad. Het gaat er allemaal erg gemoedelijk aan toe. Helemaal niet chique, maar houtje-touwtje-gezellig. Doet me een beetje denken aan Rust en Burgh op Curaçao, de vrijetijdsclub voor Shell employees waar we als kinderen vroeger kwamen. Veel ruimte, een zwembad en wat activiteiten. Verder niets. Voor kinderen helemaal geweldig. Max was vandaag dan ook helemaal in zijn sas. Ik denk dat het leuk zou kunnen zijn om hier lid te worden.
De club is ruim opgezet en beschikt over verschillende zwembaden, waaronder een kinderbad. Het gaat er allemaal erg gemoedelijk aan toe. Helemaal niet chique, maar houtje-touwtje-gezellig. Doet me een beetje denken aan Rust en Burgh op Curaçao, de vrijetijdsclub voor Shell employees waar we als kinderen vroeger kwamen. Veel ruimte, een zwembad en wat activiteiten. Verder niets. Voor kinderen helemaal geweldig. Max was vandaag dan ook helemaal in zijn sas. Ik denk dat het leuk zou kunnen zijn om hier lid te worden.
Monday, 12 February 2007
Mumbai dag 10: Everybody loves Maurits
Indiërs zijn gek op kinderen en helemaal op Maurits. Ik geef toe: hij is inderdaad erg leuk, maar dat hij in dit hotel zo’n grote schare aanbidders (van beide seksen) achter zich aan zou krijgen, had ik nooit verwacht. Overal waar we komen staan er mensen klaar om in zijn wangetjes te knijpen of hem van me over te nemen. Hij is er meestal niet van gediend. Hoewel Maupie minder selectief in zijn contacten is dan zijn broer Max, zijn er maar een paar mensen die meteen een glimlach van hem krijgen. De rest neemt hij rustig op met zijn nogal verontrustende, onderzoekende blik. Als ik Max ’s ochtends naar school breng haasten alle porters zich om Maurits van mij te mogen overnemen totdat ik hem in de auto op schoot kan nemen. Een keer zag ik zelfs dat de een de andere een douw gaf om hem voor te zijn. Dit herhaalt zich bij thuiskomst. Af en toe is het wel vermoeiend. Je voelt je verplicht al “chit-chattend” wetenswaardigheden over het kind met wildvreemden te delen (hij is net wakker, hij is altijd blij of hij heeft vandaag niet geslapen) Dat ligt voor een deel ook aan mij. Maarten zou niets hebben gezegd. Zijn ze ook sneller weg.
Wat wel grappig is, is dat iedereen, ongeacht hun sociale positie, vertederd raakt door kinderen. Ze reageren ook allemaal hetzelfde! De schoonmaker knijpt net zo hard in zijn wangen als de hostess van het restaurant. In de interactie met kinderen lijken alle verschillen acuut weg te vallen. Ik merk het ook op straat met de Riksja-rijders. Tegen mij zijn ze heel beleefd en met Max gaan ze lopen dollen.
Wat in dit hotel een uitkomst is, is de toddlers room. Dat is een soort speelkamer voor kleintjes dat beheerd wordt door twee dames: Rosie en Agnes. Je kan daar je kleintje naartoe brengen als je bijvoorbeeld gebruik wilt maken van faciliteiten van het hotel zoals de fitnessruimte of de Spa. Ik heb Maurits een paar keer gebracht als ik de hort op moet om een huis te zoeken. Ik breng hem soms ook even als ik Max snel van school wil halen. Het is niet ideaal, maar de dames doen hun best. Ik het idee dat de dames hem zo leuk vinden dat ze hem de hele tijd proberen te entertainen, in plaats van hem gewoon te laten spelen.
Wat ik de komende weken wil gaan doen is een beetje sporten terwijl Maurits in de Toddler’s room speelt. Ik baal er verschrikkelijk van dat ik nog niet kan beginnen omdat mijn sportschoenen nog niet zijn aangekomen (grote zucht). Elke dag dat ik moet wachten is er één teveel……. Ik weet niet hoelang ik dit nog volhoud…. zonder sporten…… In de tussentijd rest mij niets anders dan wachten, smachten naar mijn sportschoenen, en lekker knuffelen met Maurits.
Wat wel grappig is, is dat iedereen, ongeacht hun sociale positie, vertederd raakt door kinderen. Ze reageren ook allemaal hetzelfde! De schoonmaker knijpt net zo hard in zijn wangen als de hostess van het restaurant. In de interactie met kinderen lijken alle verschillen acuut weg te vallen. Ik merk het ook op straat met de Riksja-rijders. Tegen mij zijn ze heel beleefd en met Max gaan ze lopen dollen.
Wat in dit hotel een uitkomst is, is de toddlers room. Dat is een soort speelkamer voor kleintjes dat beheerd wordt door twee dames: Rosie en Agnes. Je kan daar je kleintje naartoe brengen als je bijvoorbeeld gebruik wilt maken van faciliteiten van het hotel zoals de fitnessruimte of de Spa. Ik heb Maurits een paar keer gebracht als ik de hort op moet om een huis te zoeken. Ik breng hem soms ook even als ik Max snel van school wil halen. Het is niet ideaal, maar de dames doen hun best. Ik het idee dat de dames hem zo leuk vinden dat ze hem de hele tijd proberen te entertainen, in plaats van hem gewoon te laten spelen.
Wat ik de komende weken wil gaan doen is een beetje sporten terwijl Maurits in de Toddler’s room speelt. Ik baal er verschrikkelijk van dat ik nog niet kan beginnen omdat mijn sportschoenen nog niet zijn aangekomen (grote zucht). Elke dag dat ik moet wachten is er één teveel……. Ik weet niet hoelang ik dit nog volhoud…. zonder sporten…… In de tussentijd rest mij niets anders dan wachten, smachten naar mijn sportschoenen, en lekker knuffelen met Maurits.
Saturday, 10 February 2007
Mumba1 dag 9: Papa’s operatie
Vandaag is het 12 dagen geleden dat Papa naar Colombia is gegaan. Wij hoorden ongeveer een week voordat wij zouden vertrekken naar Bombay dat hij naar een kliniek in Bogota moest (Anthony zou hem begeleiden) om zich te laten dotteren. Daar aangekomen bleek al heel snel dat dotteren – door de slechte kwaliteit van de aderen – niet tot de mogelijkheden behoorde. Het zou een open hart operatie worden. Ruim 20 jaar geleden heeft papa al een open hart operatie gehad. In Miami hebben ze toen 5 bypasses gelegd. De aders hebben ze uit zijn benen gehaald. Hij was toen 47 en we wisten dat hij altijd hartpatiënt zou blijven. Waar we niet op voorbereid waren is dat hij nogmaals zo’n zware ingreep zou moeten ondergaan. Van de vijf bypasses waren er 2 dicht geslipt. Die zullen worden vervangen door aders uit zijn linkerarm.
Mama kon en mocht niet mee. Na een week wou papa al naar huis, nog voordat hij onder het mes was geweest. Mama zat erg in de put. Ze vertelt me hoe ze bidt, lacht en huilt, soms allemaal tegelijk. Die twee misten elkaar zo vreselijk dat ik (helemaal in Bombay) er buikpijn van kreeg. Elke ochtend (bij mama avond) bel ik mama om een beetje bij te kletsen, te horen hoe het met papa gaat en om haar op te fleuren met gekke verhaaltjes van hier. Dan lacht ze even, zegt ze:”dat is echt weer wat voor jou”. We kunnen dan samen papa missen en doen alsof we in dezelfde kamer zitten. Zij vertelt mij ook hoe het met de tweeling van Vallie gaat. Dan hoor ik weer een lach in haar stem. Vooral Rochelle is een dondersteen en laat geen kans voorbij gaan om Aimée, de rustige van het stel, te plagen. Stopt vingers in haar neus, zit te sabbelen op haar duim, of kruipt ruw over haar heen als ze vindt dat Aimee in de weg ligt. Allebei zijn ze helemaal dol op papa. Alle kinderen zijn dol op papa.
De operatie was zwaar en duurde lang (zeven uur), maar de artsen waren erg hoopvol omdat papa’s gestel erg goed is. Ze vonden papa in zeer goede conditie, zeker voor zijn leeftijd. Het moest dan ook goed gaan en het ging ook goed. Inmiddels is papa uit intensive care en begint al praatjes te krijgen (mama vertelt hoe hij haar helemaal vanuit zijn ziekenhuisbed in Bogota instructies probeert te geven).
Anthony is bij hem, regelt al zijn zaken en houdt hem goed in de gaten. Niets wat pa doet ontgaat hem. Als papa pijn heeft, al is het midden in de nacht, is Ento al paraat. Zelfs in het ziekenhuis bleef hij bij papa slapen. Het was ook Anthony die ervoor heeft gezorgd dat papa zo snel in de kliniek terecht kon. Na de diagnose in december bleef papa erg moe en hij had vaak pijn. Het wachten was op een hoop papierwerk voordat papa kon gaan De hele familie maakte zich zorgen..Anthony heeft dat allemaal in een paar dagen geregeld. Ento is super!
Het zal wel een paar weken duren voordat papa naar huis mag, maar het feit dat Anthony bij hem is, is een grote geruststelling. Het is evengoed een grote afstand naar huis en Bombay voelt deze dagen dan ook heel erg ver weg van Curaçao.
Mama kon en mocht niet mee. Na een week wou papa al naar huis, nog voordat hij onder het mes was geweest. Mama zat erg in de put. Ze vertelt me hoe ze bidt, lacht en huilt, soms allemaal tegelijk. Die twee misten elkaar zo vreselijk dat ik (helemaal in Bombay) er buikpijn van kreeg. Elke ochtend (bij mama avond) bel ik mama om een beetje bij te kletsen, te horen hoe het met papa gaat en om haar op te fleuren met gekke verhaaltjes van hier. Dan lacht ze even, zegt ze:”dat is echt weer wat voor jou”. We kunnen dan samen papa missen en doen alsof we in dezelfde kamer zitten. Zij vertelt mij ook hoe het met de tweeling van Vallie gaat. Dan hoor ik weer een lach in haar stem. Vooral Rochelle is een dondersteen en laat geen kans voorbij gaan om Aimée, de rustige van het stel, te plagen. Stopt vingers in haar neus, zit te sabbelen op haar duim, of kruipt ruw over haar heen als ze vindt dat Aimee in de weg ligt. Allebei zijn ze helemaal dol op papa. Alle kinderen zijn dol op papa.
De operatie was zwaar en duurde lang (zeven uur), maar de artsen waren erg hoopvol omdat papa’s gestel erg goed is. Ze vonden papa in zeer goede conditie, zeker voor zijn leeftijd. Het moest dan ook goed gaan en het ging ook goed. Inmiddels is papa uit intensive care en begint al praatjes te krijgen (mama vertelt hoe hij haar helemaal vanuit zijn ziekenhuisbed in Bogota instructies probeert te geven).
Anthony is bij hem, regelt al zijn zaken en houdt hem goed in de gaten. Niets wat pa doet ontgaat hem. Als papa pijn heeft, al is het midden in de nacht, is Ento al paraat. Zelfs in het ziekenhuis bleef hij bij papa slapen. Het was ook Anthony die ervoor heeft gezorgd dat papa zo snel in de kliniek terecht kon. Na de diagnose in december bleef papa erg moe en hij had vaak pijn. Het wachten was op een hoop papierwerk voordat papa kon gaan De hele familie maakte zich zorgen..Anthony heeft dat allemaal in een paar dagen geregeld. Ento is super!
Het zal wel een paar weken duren voordat papa naar huis mag, maar het feit dat Anthony bij hem is, is een grote geruststelling. Het is evengoed een grote afstand naar huis en Bombay voelt deze dagen dan ook heel erg ver weg van Curaçao.
Thursday, 8 February 2007
Mumbai dag 8: mijn nieuwe core-business
Kijk, iedereen heeft er een mening over. De was. De ene vindt het helemaal geweldig en krijgt er veel energie van, de andere besteedt het zoveel mogelijk uit aan anderen. Hoe je er ook tegenaan kijkt, over één ding kunnen we het in ieder geval eens zijn: het is veel werk. Ook voor mij. Nu ons ochtendritueel in het hotel zich begint af te tekenen is duidelijk geworden dat de was daar een prominente rol in inneemt. We staan vroeg op, tegen zevenen (o.k., Maarten staat vroeg op en moet eindeloos zijn best doen om mij ook wakker te krijgen). Daarna maken we de jongens klaar en gaan we beneden ontbijten. Maarten vertrek rond 8 uur met Rakesh, de chauffeur, naar zijn werk. Ik breng Max om half negen met een hoteltaxi naar school (Maupie mee). Na de overdracht ben ik weer om negen uur terug in het hotel, tenzij ik een klein boodschapje moet doen. Dat doe ik in een supermarkt, zo’n 5 minuten lopen van het hotel (Maupie mee). De taxi wacht buiten rustig op mij en brengt ons terug naar het Marriott.
En dan begint het grote stressen want alle vuile was moet nog gesorteerd worden naar heren, dames en kinderen. Vervolgens moet op het bijgeleverde formulier (in tweevoud) worden opgetekend hoeveel waarvan wordt meegegeven. Dit alles moet in een Laundry bag (pas op dat je niet per ongeluk een dry cleaning bag of een pressing bag gebruikt want dat gaat het helemaal mis). De Laundry bag moet groot genoeg zijn voor alle was (ze komen in verschillende maten) anders moet je “at your service” bellen voor een grotere zak. At your service is een rode knop op de kamertelefoon. Die kan je gebruiken voor al je vragen. Je moet evengoed opletten bij het uitkiezen van het formulier. Er zijn voor dry cleaning en pressing andere formulieren in omloop en het luistert zeer nauw.
Als er shirts bijzitten moet je aangegeven of die gevouwen of gehangen terug moeten komen. Het enige probleem hier is dat er shirts en t-shirts één en dezelfde categorie is op het formulier. Ik wil de shirts wel op een hanger, maar de t-shirts gevouwen. Die nuance heb ik tot nu toe niet kunnen overbrengen.
Het spreekt voor zich dat kleding dat alleen gestreken hoeft te worden in de pressing bag wordt aangeleverd. Die stukken die naar de stomerij moeten gaan in de dry cleaning bag mee.
Lukt het je om dit alles voor 11 uur te doen en ook nog aan te bieden aan een personeelslid, kan je gebruik maken van de regular service. Dit betekent dat alles op dezelfde dag weer schoon in de kast hangt. Haal je 11 uur niet, dan krijg je je schone goed pas de volgende dag. Tenzij je gebruik maakt van de express service. Dan is het hoe dan ook in een paar uur klaar, ongeacht het moment van aanbieden. Ik hoef er niet bij te vermelden dat deze service wel duurder is.
Je kan overigens ook halverwege een verwerkingsdag switchen van de ene naar de andere service. Gisteren had ik per ongeluk de shirts van Maarten meegeven onder “ regular service” condities. Ik was wat laat waardoor ze pas de volgende dag klaar zouden zijn. We kwamen er ’s avonds achter dat Maarten helemaal geen schone shirts meer had (de luchtpost is nog steeds niet aangekomen). Een telefoontje naar “at your service”, en de shirts werden om 7 uur de volgende ochtend afgeleverd.
De stress is nog niet over.
De hangkleren worden in de kast gehangen, maar de gevouwen kleding wordt in een rieten mand aangeboden. Deze mand moet je zelf uitruimen. In de Laundry-voorwaarden staat niet hoeveel dagen je daarvoor hebt, maar persoonlijk vind ik het netjes om er niet langer dan twee dagen over te doen. Als de mand weer leeg is, kan je ook weer alle hangertjes meegeven. Zijn de Laundry-mensen ook weer blij.
Het spreekt voor zich dat je best één of meerdere dagen kunt overslaan als de hoeveelheid was tegenvalt, en je best even zonder die kledingstukken kunt. Deze inschatting zou je vast de avond ervoor kunnen maken. Dat haalt de spanning er een beetje af voor de volgende dag. Een belangrijke uitzondering is zonder meer vervuiling door poep, kots, pies of andere viezigheid. Dat vereist directe actie. Zelfs een express-service is onder die bijzondere omstandigheden geïndiceerd.
Al met al is het een volwaardige dagtaak, waar ik veel voldoening uit haal. Als alles weer lekker schoon in de kast ligt/hangt, is dat een heerlijk gevoel!
En dan begint het grote stressen want alle vuile was moet nog gesorteerd worden naar heren, dames en kinderen. Vervolgens moet op het bijgeleverde formulier (in tweevoud) worden opgetekend hoeveel waarvan wordt meegegeven. Dit alles moet in een Laundry bag (pas op dat je niet per ongeluk een dry cleaning bag of een pressing bag gebruikt want dat gaat het helemaal mis). De Laundry bag moet groot genoeg zijn voor alle was (ze komen in verschillende maten) anders moet je “at your service” bellen voor een grotere zak. At your service is een rode knop op de kamertelefoon. Die kan je gebruiken voor al je vragen. Je moet evengoed opletten bij het uitkiezen van het formulier. Er zijn voor dry cleaning en pressing andere formulieren in omloop en het luistert zeer nauw.
Als er shirts bijzitten moet je aangegeven of die gevouwen of gehangen terug moeten komen. Het enige probleem hier is dat er shirts en t-shirts één en dezelfde categorie is op het formulier. Ik wil de shirts wel op een hanger, maar de t-shirts gevouwen. Die nuance heb ik tot nu toe niet kunnen overbrengen.
Het spreekt voor zich dat kleding dat alleen gestreken hoeft te worden in de pressing bag wordt aangeleverd. Die stukken die naar de stomerij moeten gaan in de dry cleaning bag mee.
Lukt het je om dit alles voor 11 uur te doen en ook nog aan te bieden aan een personeelslid, kan je gebruik maken van de regular service. Dit betekent dat alles op dezelfde dag weer schoon in de kast hangt. Haal je 11 uur niet, dan krijg je je schone goed pas de volgende dag. Tenzij je gebruik maakt van de express service. Dan is het hoe dan ook in een paar uur klaar, ongeacht het moment van aanbieden. Ik hoef er niet bij te vermelden dat deze service wel duurder is.
Je kan overigens ook halverwege een verwerkingsdag switchen van de ene naar de andere service. Gisteren had ik per ongeluk de shirts van Maarten meegeven onder “ regular service” condities. Ik was wat laat waardoor ze pas de volgende dag klaar zouden zijn. We kwamen er ’s avonds achter dat Maarten helemaal geen schone shirts meer had (de luchtpost is nog steeds niet aangekomen). Een telefoontje naar “at your service”, en de shirts werden om 7 uur de volgende ochtend afgeleverd.
De stress is nog niet over.
De hangkleren worden in de kast gehangen, maar de gevouwen kleding wordt in een rieten mand aangeboden. Deze mand moet je zelf uitruimen. In de Laundry-voorwaarden staat niet hoeveel dagen je daarvoor hebt, maar persoonlijk vind ik het netjes om er niet langer dan twee dagen over te doen. Als de mand weer leeg is, kan je ook weer alle hangertjes meegeven. Zijn de Laundry-mensen ook weer blij.
Het spreekt voor zich dat je best één of meerdere dagen kunt overslaan als de hoeveelheid was tegenvalt, en je best even zonder die kledingstukken kunt. Deze inschatting zou je vast de avond ervoor kunnen maken. Dat haalt de spanning er een beetje af voor de volgende dag. Een belangrijke uitzondering is zonder meer vervuiling door poep, kots, pies of andere viezigheid. Dat vereist directe actie. Zelfs een express-service is onder die bijzondere omstandigheden geïndiceerd.
Al met al is het een volwaardige dagtaak, waar ik veel voldoening uit haal. Als alles weer lekker schoon in de kast ligt/hangt, is dat een heerlijk gevoel!
Mumbai dag 7: Max op school
Max zijn nieuwe school is leuk. Het is een grote school, maar de eerste klassen vanaf 3 jaar (the early years) hebben een aparte ingang waardoor de grootte van de school niet opvalt. Het is een leuke school. Max heeft twee uniformen. Een gewone en één om te sporten. Dat laatste kan ik hem niet aan zijn verstand peuteren. Toen hij zijn sportuniform kreeg hebben de juffies hem verteld dat die is voor als hij “out” gaat. Naar buiten dus. Hij heeft begrepen dat hij die pas aanmag als hij “oud” is. Misschien pas als hij vijf is geworden. Hij is hier zo van overtuigd dat ik er maar niet meer over begin. Hij heeft ook drie tasjes. Een gewone rugzak voor reserve kleren (voor ongelukjes), broodtrommels en andere persoonlijke items, een ander tasje waarin elke week een leesboekje mee wordt gegeven, en een zwemtas. In de leestas zit o.a. een lees-logboekje.. Van de ouders wordt verwacht dat zij daarin bijhouden hoe het lezen gaat. In de leestas zit ook een schriftje waarmee je kan communiceren met de juffies. Aan alles is gedacht.
Vandaag is het de vierde dag dat Max naar schoolgaat en elke dag vertelt hij na school dat hij het fijn heeft gehad, en dat de dag beter was dan de vorige. Maar toch heeft hij elke ochtend moeite met afscheid nemen. Je weet dat het goed gaat, maar elke ochtend krimpt mijn hart een paar centimeter. Als ik hem ophaal, en hij is blij, zet het weer wat uit, om de volgende ochtend weer te krimpen. Ik denk dat dit proces (best vermoeiend overigens) zal voortduren totdat hij blij wegholt en niet meer naar mij omkijkt.
Gek eigenlijk dat je als je kinderen krijgt hier niet op bent voorbereid. Je bent eigenlijk nergens op voorbereid. Het begint al met de bevalling. Zij die niet weten wat er komen zal, weten je er niets over te melden en zij die het wel weten houden angstvallig hun mond. Het ouder(as in:vader of moeder) worden heeft vaak iets weg van de lidmaatschap van een studentenvereniging. Als aspirant-lid lijkt alles leuk en gezellig en hip en cool. De ouderejaars maken je lekker met superuitjes en andere weet-ik-voor-wat-dingen die aantrekkelijk zijn. Maar niemand, echt niemand vertelt je dat de ontgroening bijzonder on-leuk is en dat er wat nadelen kleven aan de lidmaatschap.
Andere moeders, (inclusief mijn eigen!!!) hebben me misschien wel een beetje verteld dat de bevalling geen gezellige koffieochtend is, maar allemaal zeggen ze dat als ze je alles zouden vertellen, je er niet aan zou beginnen! Maar goed. Ik heb ook geen boter op mijn hoofd. Op zich kan ik voorspellen dat het persen van een hoofd van gemiddeld 10 cm door een in/uit-gang van een stuk minder enigszins onplezierig zal aanvoelen. Maar dat is het begin.
Niemand vertelt je dat als ze er eenmaal zijn, je er zo aan gehecht kan raken, dat je ze ook niet kwijt wilt, dat je het liefst alles voor ze regelt, dat je niet wilt dat ze zich pijn doen, dat je ze als een leeuwin wilt beschermen tegen alles en iedereen en dat je ze dicht bij je hart wilt houden. Voor altijd. Dat je – het liefst – de wereld beter wilt maken, zodat je kind het goed heeft. Niemand bereid je voor op deze overweldigende, onvoorwaarlijke liefde voor je kind waar je – al zou je willen – niet aan kunt ontsnappen. Niemand die je vertelt, dat je het als ouder pas goed hebt gedaan als ze zonder je kunnen.
Het liefst was ik met Max meegegaan naar school en had ik naast hem gezeten totdat hij zich helemaal thuis voelde. Ik had voor hem vertaald, speelkameraadjes voor hem uitgezocht, en andere kindjes in elkaar getrimd die hem pijn deden. Maar dat kan niet ! (Het mocht ook niet, ik heb het gevraagd). Max moet het zelf doen en ik moet leren dat ik hem moet laten gaan. In de tussentijd houd ik zijn schriftjes braaf bij. Voor Max is dat beter, en voor moeders – naar het schijnt – ook.
Vandaag is het de vierde dag dat Max naar schoolgaat en elke dag vertelt hij na school dat hij het fijn heeft gehad, en dat de dag beter was dan de vorige. Maar toch heeft hij elke ochtend moeite met afscheid nemen. Je weet dat het goed gaat, maar elke ochtend krimpt mijn hart een paar centimeter. Als ik hem ophaal, en hij is blij, zet het weer wat uit, om de volgende ochtend weer te krimpen. Ik denk dat dit proces (best vermoeiend overigens) zal voortduren totdat hij blij wegholt en niet meer naar mij omkijkt.
Gek eigenlijk dat je als je kinderen krijgt hier niet op bent voorbereid. Je bent eigenlijk nergens op voorbereid. Het begint al met de bevalling. Zij die niet weten wat er komen zal, weten je er niets over te melden en zij die het wel weten houden angstvallig hun mond. Het ouder(as in:vader of moeder) worden heeft vaak iets weg van de lidmaatschap van een studentenvereniging. Als aspirant-lid lijkt alles leuk en gezellig en hip en cool. De ouderejaars maken je lekker met superuitjes en andere weet-ik-voor-wat-dingen die aantrekkelijk zijn. Maar niemand, echt niemand vertelt je dat de ontgroening bijzonder on-leuk is en dat er wat nadelen kleven aan de lidmaatschap.
Andere moeders, (inclusief mijn eigen!!!) hebben me misschien wel een beetje verteld dat de bevalling geen gezellige koffieochtend is, maar allemaal zeggen ze dat als ze je alles zouden vertellen, je er niet aan zou beginnen! Maar goed. Ik heb ook geen boter op mijn hoofd. Op zich kan ik voorspellen dat het persen van een hoofd van gemiddeld 10 cm door een in/uit-gang van een stuk minder enigszins onplezierig zal aanvoelen. Maar dat is het begin.
Niemand vertelt je dat als ze er eenmaal zijn, je er zo aan gehecht kan raken, dat je ze ook niet kwijt wilt, dat je het liefst alles voor ze regelt, dat je niet wilt dat ze zich pijn doen, dat je ze als een leeuwin wilt beschermen tegen alles en iedereen en dat je ze dicht bij je hart wilt houden. Voor altijd. Dat je – het liefst – de wereld beter wilt maken, zodat je kind het goed heeft. Niemand bereid je voor op deze overweldigende, onvoorwaarlijke liefde voor je kind waar je – al zou je willen – niet aan kunt ontsnappen. Niemand die je vertelt, dat je het als ouder pas goed hebt gedaan als ze zonder je kunnen.
Het liefst was ik met Max meegegaan naar school en had ik naast hem gezeten totdat hij zich helemaal thuis voelde. Ik had voor hem vertaald, speelkameraadjes voor hem uitgezocht, en andere kindjes in elkaar getrimd die hem pijn deden. Maar dat kan niet ! (Het mocht ook niet, ik heb het gevraagd). Max moet het zelf doen en ik moet leren dat ik hem moet laten gaan. In de tussentijd houd ik zijn schriftjes braaf bij. Voor Max is dat beter, en voor moeders – naar het schijnt – ook.
Mumbai dag 6; Marriott around the pool
We zijn er net een paar dagen en beginnen een soort van een ritme te krijgen. Maarten en Max zijn gisteren voor het eerst naar werk en school. We staan met zijn allen op en als de grote mannen weg zijn, fröbelen Maupie en ik nog een beetje in de kamer totdat hij moet gaan slapen. Het hotel waar we in zitten is een prachtig hotel, werkelijk erg mooi. Het heeft een hele mooie lobby met een nog mooier uitzicht op zee. Daartussen liggen de zwambaden. Er is ook een kinderbad, met een waterglijbaan. Daar zijn we vaak te vinden. In het weekend, maar ook doordeweeks, na school.
Wat we niet wisten is dat er ook een Marriott club is. Daar kan je voor vele roepies per jaar lid van worden. Als lid kan je gebruik maken van de fitnessruimte, spa, zwembaden en krijg je bovendien 20 % korting op alle F & B! Een soort hele, hele chique sportclub. Het leuke ervan is dat er in het weekend veel mensen van buiten het hotel lekker met hun kinderen komen spelen. Max heeft al wat vriendjes en vriendinnetjes gemaakt. Zo hebben we onze eerste contacten in de expat-community gemaakt. Toevalligerwijs kwamen we hier een meisje tegen dat bij Max in de klas zit (Jordan). Zij heeft een Jordanese moeder en een Nederlandse vader. Zowel Max als Jordan waren blij omdat ze met elkaar Nederlands kunnen praten. Dit zal Max op school zeker helpen. We hebben ook wat mensen ontmoet die in Bandra wonen, een andere buitenwijk dat wat dichter bij het centrum ligt. Dit is leuk omdat we ook daar weer naar huizen zullen gaan kijken. Deze week ga ik weer op stap met Veena, onze relocation person. Ik hoop dat we iets leuks zullen vinden.
Te zijner tijd kunnen we natuurlijk overwegen om hier te worden. Het lijkt erg overbodig, maar wat we ons realiseren (nu we hier zij)n, is dat er verder geen andere plekken zijn waar kinderen kunnen spelen. Er zijn geen speeltuintjes in de wijk, waar je even gezellig naartoe loopt en niemand heeft een tuin om in te ravotten. Voor een beetje “open space” ben je aangewezen op dit soort faciliteiten. Voor een kind is dat wel lekker.
Wat we niet wisten is dat er ook een Marriott club is. Daar kan je voor vele roepies per jaar lid van worden. Als lid kan je gebruik maken van de fitnessruimte, spa, zwembaden en krijg je bovendien 20 % korting op alle F & B! Een soort hele, hele chique sportclub. Het leuke ervan is dat er in het weekend veel mensen van buiten het hotel lekker met hun kinderen komen spelen. Max heeft al wat vriendjes en vriendinnetjes gemaakt. Zo hebben we onze eerste contacten in de expat-community gemaakt. Toevalligerwijs kwamen we hier een meisje tegen dat bij Max in de klas zit (Jordan). Zij heeft een Jordanese moeder en een Nederlandse vader. Zowel Max als Jordan waren blij omdat ze met elkaar Nederlands kunnen praten. Dit zal Max op school zeker helpen. We hebben ook wat mensen ontmoet die in Bandra wonen, een andere buitenwijk dat wat dichter bij het centrum ligt. Dit is leuk omdat we ook daar weer naar huizen zullen gaan kijken. Deze week ga ik weer op stap met Veena, onze relocation person. Ik hoop dat we iets leuks zullen vinden.
Te zijner tijd kunnen we natuurlijk overwegen om hier te worden. Het lijkt erg overbodig, maar wat we ons realiseren (nu we hier zij)n, is dat er verder geen andere plekken zijn waar kinderen kunnen spelen. Er zijn geen speeltuintjes in de wijk, waar je even gezellig naartoe loopt en niemand heeft een tuin om in te ravotten. Voor een beetje “open space” ben je aangewezen op dit soort faciliteiten. Voor een kind is dat wel lekker.
Monday, 5 February 2007
Dag 5; het huis dat we bijna hadden
Mumbai dag 5; het huis dat we bijna hadden
In Bombay woont iedereen in appartementen. Je zou in een stad van 18 miljoen veel hoge flatgebouwen verwachten, maar de wetgeving verbiedt dit (bouw- en woningwet?). Wij vragen ons ook af waar iedereen wordt weggestopt. Er zijn veel krottenwijken en veel mensen wonen letterlijk op straat. Mensen beschikken over weinig persoonlijke ruimte. Zelfs de gelukkigen die een echt huis hebben kunnen bemachtigen wonen vaak met hele families in een of twee kamers. Maar de verschillen zijn groot. De rijke “Mumbaikars” hebben veel geld, grote huizen en veel bedienden, maar wonen ook in appartementen. Zelfs in de buitenwijken. Slechts weinigen wonen in wat wij een normaal huis (evt. met tuin) zouden noemen. Hier noemen ze dat een bungalow. Een rijtjeshuis is een semi-detached bungalow. Ze zijn gewoon niet voorhanden! Het lijkt soms alsof alleen de hele succesvolle Bollywoonsterren een vrijstaand optrekje kunnen veroorloven. Vlakbij ons hotel wordt een bijzonder groot, vijf verdiepingen tellende, - zelfs naar Indiase maatstaven - opzichtige bungalow opgetrokken in opdracht van een hele grote Bollywood-god (ik zou het moeten weten, maar ik ben zijn naam kwijt).
Toen Maarten in november in Bombay was kreeg hij een prachtig huis te zien in de chique buitenwijk Juhu. Dit is een rustige wijk waar ook veel Bollywoodsterren wonen. Ik ben in december ook even hier geweest, met Dolores, onder meer om naar het huis te kijken. Het huis heeft een prachtig uitzicht over een park (donnant sur le parc), een heel groot balkon en een enorme woonkamer (quatre chambres avec salle de bains et toilette). Mooi, mooi, mooi. We wilden het graag hebben. De huurders hadden een contract tot half december en zouden daarna zeker vertrekken. Begin van het jaar zou het huis al geverfd en klaar kunnen zijn voor bewoning. Het was te mooi om waar te zijn.
Het was ook niet waar.
Het begon allemaal met het verzoek van de huurders om een maand langer te mogen blijven omdat ze nog geen ander appartement hadden gevonden. We vonden het niet leuk, maar deze ontwikkeling hoefde niet perse rampzalig te zijn. Wij zouden toch niet voor half januari afreizen en onze spullen kwamen nog later. Dus.
Ook toen we hoorden dat het jonge stel in scheiding lag, voelden we geen nattigheid. Integendeel we waren blij. Dit betekende in ieder geval dat ze zeker zouden vertrekken uit ons huis. Nog een maand ging voorbij.
Toen werd ons ingefluisterd dat de heer des huizes al was vertrokken, dat de scheiding nogal “ugly” was en dat het vinden van een appartement voor mevrouw en de twee kinderen het enige probleem was. Mevrouw deed wel wat moeilijk. Niets aan de hand toch? Een kwestie van tijd. Dachten we. Ze kon toch niet in haar eentje in dat enorme huis blijven zitten? We hadden zelfs een beetje medelijden met haar en bedachten dat haar ex haar wel iets heel ergs moet hebben aangedaan, anders zou zij niet zo moeilijk doen, toch? Weer twee weken gingen voorbij.
Het was inmiddels begin januari en we begonnen nu wel wat onrustig te worden. Over twee zeken zouden we vertrekken en we wisten niet eens zeker of we een huis hadden! Voor control-freaks als wij is dat niet fijn. Veena (onze contactpersoon in Bombay) belde met de mededeling dat mevrouw het appartement dat haar was aangeboden heeft geweigerd, omdat het niet “up to her standards” was. Iedereen valt over haar heen. De huisbaas spant een proces aan omdat hij geen geld meer krijgt. De werkgever van de echtgenoot is “not amused” omdat hij nu twee woningen betaalt, terwijl maar één wordt bewoond. De ex-man is boos omdat hij nogal in zijn hemd staat en wij zijn boos omdat zij nu echt uit ONS HUIS MOET OPZOUTEN!
Er zat niets anders op dan wachten totdat we in Bombay zouden zijn. Ter plekke zou duidelijk worden of we moesten wachten op het proces van de huisbaas of dat we toch op zoek moesten naar een ander huis.
Wij zijn nu hier. De huisbaas heeft zijn proces gewonnen, maar ze zit er nog steeds. In Bombay krijg je niet zomaar iemand uit je huis, al sta je nog zo in je recht. Dus we zaten net aan het idee te wennen dat we toch maar weer moeten gaan zoeken als Veena langskomt in het hotel. Ze had meer nieuws waardoor we nu zeker weten dat ze niet zal vertrekken.
Het was niet de heer des huizes dat mevrouw wat had aangedaan, maar andersom! Mijnheer kwam een dagje wat te vroeg thuis en ontdekte dat zijn vrouw wel hele bijzondere gerechten aan het klaarmaken was met de kok. Zoals iemand hier zei: “The cook was putting a bun in her oven”. Daar had ze dus een affaire mee.
De echtgenoot draaide zich om en vetrok om niet meer terug te keren.
Mevrouw wil graag in het huis blijven wonen met haar kinderen en haar kok.
Wij zoeken naar een ander huis.
In Bombay woont iedereen in appartementen. Je zou in een stad van 18 miljoen veel hoge flatgebouwen verwachten, maar de wetgeving verbiedt dit (bouw- en woningwet?). Wij vragen ons ook af waar iedereen wordt weggestopt. Er zijn veel krottenwijken en veel mensen wonen letterlijk op straat. Mensen beschikken over weinig persoonlijke ruimte. Zelfs de gelukkigen die een echt huis hebben kunnen bemachtigen wonen vaak met hele families in een of twee kamers. Maar de verschillen zijn groot. De rijke “Mumbaikars” hebben veel geld, grote huizen en veel bedienden, maar wonen ook in appartementen. Zelfs in de buitenwijken. Slechts weinigen wonen in wat wij een normaal huis (evt. met tuin) zouden noemen. Hier noemen ze dat een bungalow. Een rijtjeshuis is een semi-detached bungalow. Ze zijn gewoon niet voorhanden! Het lijkt soms alsof alleen de hele succesvolle Bollywoonsterren een vrijstaand optrekje kunnen veroorloven. Vlakbij ons hotel wordt een bijzonder groot, vijf verdiepingen tellende, - zelfs naar Indiase maatstaven - opzichtige bungalow opgetrokken in opdracht van een hele grote Bollywood-god (ik zou het moeten weten, maar ik ben zijn naam kwijt).
Toen Maarten in november in Bombay was kreeg hij een prachtig huis te zien in de chique buitenwijk Juhu. Dit is een rustige wijk waar ook veel Bollywoodsterren wonen. Ik ben in december ook even hier geweest, met Dolores, onder meer om naar het huis te kijken. Het huis heeft een prachtig uitzicht over een park (donnant sur le parc), een heel groot balkon en een enorme woonkamer (quatre chambres avec salle de bains et toilette). Mooi, mooi, mooi. We wilden het graag hebben. De huurders hadden een contract tot half december en zouden daarna zeker vertrekken. Begin van het jaar zou het huis al geverfd en klaar kunnen zijn voor bewoning. Het was te mooi om waar te zijn.
Het was ook niet waar.
Het begon allemaal met het verzoek van de huurders om een maand langer te mogen blijven omdat ze nog geen ander appartement hadden gevonden. We vonden het niet leuk, maar deze ontwikkeling hoefde niet perse rampzalig te zijn. Wij zouden toch niet voor half januari afreizen en onze spullen kwamen nog later. Dus.
Ook toen we hoorden dat het jonge stel in scheiding lag, voelden we geen nattigheid. Integendeel we waren blij. Dit betekende in ieder geval dat ze zeker zouden vertrekken uit ons huis. Nog een maand ging voorbij.
Toen werd ons ingefluisterd dat de heer des huizes al was vertrokken, dat de scheiding nogal “ugly” was en dat het vinden van een appartement voor mevrouw en de twee kinderen het enige probleem was. Mevrouw deed wel wat moeilijk. Niets aan de hand toch? Een kwestie van tijd. Dachten we. Ze kon toch niet in haar eentje in dat enorme huis blijven zitten? We hadden zelfs een beetje medelijden met haar en bedachten dat haar ex haar wel iets heel ergs moet hebben aangedaan, anders zou zij niet zo moeilijk doen, toch? Weer twee weken gingen voorbij.
Het was inmiddels begin januari en we begonnen nu wel wat onrustig te worden. Over twee zeken zouden we vertrekken en we wisten niet eens zeker of we een huis hadden! Voor control-freaks als wij is dat niet fijn. Veena (onze contactpersoon in Bombay) belde met de mededeling dat mevrouw het appartement dat haar was aangeboden heeft geweigerd, omdat het niet “up to her standards” was. Iedereen valt over haar heen. De huisbaas spant een proces aan omdat hij geen geld meer krijgt. De werkgever van de echtgenoot is “not amused” omdat hij nu twee woningen betaalt, terwijl maar één wordt bewoond. De ex-man is boos omdat hij nogal in zijn hemd staat en wij zijn boos omdat zij nu echt uit ONS HUIS MOET OPZOUTEN!
Er zat niets anders op dan wachten totdat we in Bombay zouden zijn. Ter plekke zou duidelijk worden of we moesten wachten op het proces van de huisbaas of dat we toch op zoek moesten naar een ander huis.
Wij zijn nu hier. De huisbaas heeft zijn proces gewonnen, maar ze zit er nog steeds. In Bombay krijg je niet zomaar iemand uit je huis, al sta je nog zo in je recht. Dus we zaten net aan het idee te wennen dat we toch maar weer moeten gaan zoeken als Veena langskomt in het hotel. Ze had meer nieuws waardoor we nu zeker weten dat ze niet zal vertrekken.
Het was niet de heer des huizes dat mevrouw wat had aangedaan, maar andersom! Mijnheer kwam een dagje wat te vroeg thuis en ontdekte dat zijn vrouw wel hele bijzondere gerechten aan het klaarmaken was met de kok. Zoals iemand hier zei: “The cook was putting a bun in her oven”. Daar had ze dus een affaire mee.
De echtgenoot draaide zich om en vetrok om niet meer terug te keren.
Mevrouw wil graag in het huis blijven wonen met haar kinderen en haar kok.
Wij zoeken naar een ander huis.
Friday, 2 February 2007
Thursday, 1 February 2007
Mumbai: Dag 4
Mumbai, dag 4
Toen ik Annet beloofde een dagboek te zullen bijhouden dacht ik dat het een leuke tijdsbesteding zou zijn. Maarten zijn werk en ik mijn dagboek. Het begin was niet eenvoudig. De indrukken zijn zo overweldigend en volgen elkaar in een razend tempo op. Voordat ik heb verwerkt wat ik gezien, geroken of gedacht heb, dringt weer de volgende ervaring zich aan mij op. Bombay laat zich niet vangen in een paar woorden of zinnen. Ik ben bang dat deze stad van plan is zich in mijn poriën te nestelen en ik denk niet dat ik daar klaar voor ben.
Natuurlijk heb ik ernaar uitgekeken en tegen iedereen gezegd dat dit een geweldige ervaring is. Wanneer krijg je de kans om in zo’n bijzonder land een paar jaar te wonen zonder te hoeven werken en toch zonder geldgebrek? Gaaf gaaf, mooi mooi. Chance of a lifetime. In Nederland wonen kan altijd wel weer. Hmm. Maar dan nu.
Schijt ik zeven kleuren. Niet voor mezelf, maar voor Max die morgen zijn eerste schooldag heeft. Ik weet dat hij het eng vindt en ik voel me zo verschrikkelijk schuldig dat ik hem dit aandoe omdat ik zonodig in het oosten moet wonen. Ja ja, ze zijn jong en passen zich snel aan. Over een tijdje weet hij niet beter. Maar ondertussen wil hij wel de pleister, die hij vandaag om zijn geschaafde teen kreeg, laten zitten om aan meester Jasper en de kindjes in zijn klas te laten zien. Daar zit namelijk een leuk zeehondje op.
Maar ik had vandaag wel een leuk uitje met Max. We zijn met auto-riksja op zoek gegaan naar een speelgoedwinkel. Eigenlijk bedoeld voor het opsnuiven van couleur locale. Ik denk dat Max erg onder de indruk was van het lawaai op straat en de veelvoud aan indrukken, maar het “cars” autootje dat we uiteindelijk kochten (voor de insiders: de brandweerauto “Red”) heeft een hoop goed gemaakt. Nog nooit is mij op een dag zo vaak een klantenkaart aangeboden. Eerst in een “department store” dat Shoppers stop heet. Ik kocht daar rompertjes voor Maurits. Ik heb het aanbod vriendelijk afgeslagen. Even later door zeker drie verschillende – zeer aanhoudende - aanbieders in een supermarkt. Weer schudde ik van nee. En het derde aanbod werd gedaan door de kassamedewerker van Crosswords, een grote boekhandel dat in Bombay verschillende filialen heeft. Dat laatste heb ik niet kunnen weerstaan. Ik ben dan ook de trotse eigenaar van een Crosswords klantenkaart die ik voor 150 rupees heb gekocht (iets minder dan 5 euro). Voor elke 40 rupees die ik uitgeef krijg ik 1 punt. Je moet minstens 100 punten sparen voordat je er wat aanhebt. Vanaf 100 punten mag je de punten inwisselen voor een waardebon. 100 punten = 100 rupees. Je spaart niet alleen punten als je boeken koopt, deze gelden ook voor kantoorbenodigdheden of andere spulletjes die je daar aanschaft! Bovendien kreeg ik twee boekenleggers kado. Het had jullie ook kunnen overkomen.
Ik denk dat ik met recht mag zeggen dat ik mijn eerste stap heb gezet richting inburgering.
De eerste stap tot volledige inburgering is namelijk het deelnemen aan een of meerdere spaarprogramma’s die in je nieuwe thuisland voorhanden zijn. En dat op mijn vierde dag in Mumbai!
Toen ik Annet beloofde een dagboek te zullen bijhouden dacht ik dat het een leuke tijdsbesteding zou zijn. Maarten zijn werk en ik mijn dagboek. Het begin was niet eenvoudig. De indrukken zijn zo overweldigend en volgen elkaar in een razend tempo op. Voordat ik heb verwerkt wat ik gezien, geroken of gedacht heb, dringt weer de volgende ervaring zich aan mij op. Bombay laat zich niet vangen in een paar woorden of zinnen. Ik ben bang dat deze stad van plan is zich in mijn poriën te nestelen en ik denk niet dat ik daar klaar voor ben.
Natuurlijk heb ik ernaar uitgekeken en tegen iedereen gezegd dat dit een geweldige ervaring is. Wanneer krijg je de kans om in zo’n bijzonder land een paar jaar te wonen zonder te hoeven werken en toch zonder geldgebrek? Gaaf gaaf, mooi mooi. Chance of a lifetime. In Nederland wonen kan altijd wel weer. Hmm. Maar dan nu.
Schijt ik zeven kleuren. Niet voor mezelf, maar voor Max die morgen zijn eerste schooldag heeft. Ik weet dat hij het eng vindt en ik voel me zo verschrikkelijk schuldig dat ik hem dit aandoe omdat ik zonodig in het oosten moet wonen. Ja ja, ze zijn jong en passen zich snel aan. Over een tijdje weet hij niet beter. Maar ondertussen wil hij wel de pleister, die hij vandaag om zijn geschaafde teen kreeg, laten zitten om aan meester Jasper en de kindjes in zijn klas te laten zien. Daar zit namelijk een leuk zeehondje op.
Maar ik had vandaag wel een leuk uitje met Max. We zijn met auto-riksja op zoek gegaan naar een speelgoedwinkel. Eigenlijk bedoeld voor het opsnuiven van couleur locale. Ik denk dat Max erg onder de indruk was van het lawaai op straat en de veelvoud aan indrukken, maar het “cars” autootje dat we uiteindelijk kochten (voor de insiders: de brandweerauto “Red”) heeft een hoop goed gemaakt. Nog nooit is mij op een dag zo vaak een klantenkaart aangeboden. Eerst in een “department store” dat Shoppers stop heet. Ik kocht daar rompertjes voor Maurits. Ik heb het aanbod vriendelijk afgeslagen. Even later door zeker drie verschillende – zeer aanhoudende - aanbieders in een supermarkt. Weer schudde ik van nee. En het derde aanbod werd gedaan door de kassamedewerker van Crosswords, een grote boekhandel dat in Bombay verschillende filialen heeft. Dat laatste heb ik niet kunnen weerstaan. Ik ben dan ook de trotse eigenaar van een Crosswords klantenkaart die ik voor 150 rupees heb gekocht (iets minder dan 5 euro). Voor elke 40 rupees die ik uitgeef krijg ik 1 punt. Je moet minstens 100 punten sparen voordat je er wat aanhebt. Vanaf 100 punten mag je de punten inwisselen voor een waardebon. 100 punten = 100 rupees. Je spaart niet alleen punten als je boeken koopt, deze gelden ook voor kantoorbenodigdheden of andere spulletjes die je daar aanschaft! Bovendien kreeg ik twee boekenleggers kado. Het had jullie ook kunnen overkomen.
Ik denk dat ik met recht mag zeggen dat ik mijn eerste stap heb gezet richting inburgering.
De eerste stap tot volledige inburgering is namelijk het deelnemen aan een of meerdere spaarprogramma’s die in je nieuwe thuisland voorhanden zijn. En dat op mijn vierde dag in Mumbai!
Subscribe to:
Posts (Atom)